Energie Encyclopedie

Het is lastig om de zaken die meespelen in de energiecrisis goed en eenvoudig uit te leggen. Er komen veel disciplines bij kijken en een oplossing vinden voor toekomstbestendige energie is dus al even ingewikkeld.

Burgers hebben onvoldoende informatie om te kunnen zien dat de dure plannen van het kabinet voor de zogenaamde ‘duurzame’, ‘hernieuwbare’ of ‘groene’ energie leiden tot een energieramp, een natuurramp, een sociale ramp en een economische ramp. De burger mag hier bovenop de energierekening nog een keer een bedrag van zo’n 150 miljard euro voor neertellen, terwijl er geen of onvoldoende controle is door het parlement. Ook de volksvertegenwoordiging heeft onvoldoende informatie.

Met deze mini Energie Encyclopedie willen we meer inzicht geven in het energiedossier, zodat iedereen kan lezen waarom stichting Het Kan Wel! zoveel aandacht en energie besteed aan het vinden van een daadwerkelijk toekomstbestendig energiesysteem.

Mochten jullie na het lezen van de informatie nog vragen of opmerkingen hebben, dan neem dan contact op via de e-mail. We zullen zo snel mogelijk antwoorden.

Waar diverse keren gesproken wordt over baseload energie, wordt energie bedoeld die 24/7 wordt opgewekt zonder piekbelasting voor het stroomnetwerk. Dat is nodig om een energiesysteem te krijgen dat stroomzekerheid biedt voor zowel de burgers als voor het bedrijfsleven.

In de plannen van het kabinet is geen rekening gehouden met het feit dat de opwek van de zogenaamde duurzame energie van wind- en zonneparken, geen baseload energie oplevert, niet geschikt is voor het stroomnetwerk door piekbelasting, teveel ruimte in beslag neemt en veel schade toebrengt aan het natuurlijke ecosysteem.
Zon op daken heeft twee nadelen minder: het neemt geen extra ruimte in beslag en maakt daardoor minder inbreuk op de natuur.

Biomassaverbranding, vergassing en -vergisting kan baseload opleveren, maar is niet groen, het zorgt voor meer broeikasgassen ingeval van verbranding en vergisting.
Aardgas, kolencentrales en kerncentrales leveren weliswaar baseload energie op, maar zijn eveneens schadelijk voor het natuurlijke ecosysteem, bevatten gevaarlijke stoffen en leveren gevaarlijk afval op.
Aardwarmte en bodemwarmte kunnen ook baseload energie opleveren, maar hebben een schadelijke invloed op het ecosysteem in de bodem.

Biomassa is materiaal van plantaardige of dierlijke herkomst. Dit kan hout, gft afval, mest, oud papier, agrarisch restafval, mest, voedselresten of plantaardige olie.

Biomassaverbranding, -vergassing en -vergisting zorgen nog steeds voor uitstoot van broeikasgassen. De toename van biomassaverbranding en -vergisting heeft in 2020 volgens het Centraal Bureau voor de Statistieken (afgekort CBS), zelfs voor een emissieverhoging van 21,417 Megaton CO2 veroorzaakt i.p.v. de noodzakelijke vermindering.

Biomassagebruik voor energie zorgt ook voor illegale houtkap in het buitenland (waaronder Estland en Letland), waardoor nog meer schade wordt toegebracht aan het natuurlijke ecosysteem.

Het argument dat deze vorm van energie opwek hernieuwbaar zou zijn vanwege het feit dat de gekapte bomen worden vervangen houdt geen rekening met de enorme behoefte aan biomassa, de tijd die het natuurlijke ecosysteem nodig heeft om te regenereren. De schade wordt op geen enkele manier opgeheven door het vervangen van bomen.

Verder is de herkomst van biomassa niet altijd duidelijk. Hierdoor kan ook niet worden bepaald of grondstof biomassa groen kan worden genoemd. Het verbranden, vergassen en vergisten ervan is dat in ieder geval niet.

Zowel biomassaverbranding, -vergassing als -vergisting zullen nooit een schone baseload energievoorziening opleveren. Deze ‘grondstof’ is mogelijk net zo schadelijk voor het natuurlijke ecosysteem als de traditionele fossiele brandstoffen.

Elke vorm van energie is om te zetten in vrijwel elke andere vorm. Maar elke conversiestap leidt tot verlies. Steenkool (één deel koolstof op één deel waterstof), aardolie (twee waterstofatomen op één koolstofatoom) en aardgas (vier delen waterstof per deel koolstof) zijn alle drie om te zetten in elektriciteit en warmte. Een kolencentrale heeft een conversie rendement van 40%, bij een gasgestookte centrale is dat 55%. In combinatie met stoom kan dit oplopen tot 80% rendement.

De opgewekte stroom uit een centrale kent nog enkele conversie stappen met energieverliezen voordat de stroom beschikbaar is voor de apparaten die je wilt aansluiten. De opgewekte stroom gaat van de centrale via een hoogspanningsnetwerk (380V – 110V) met transformatorstations naar de hele grote verbruikers dan wel naar het middenspanningsnetwerk (10-30 kV) met transformatorstations en vervolgens naar het lokale laagspanningsnet (230-400V) waaraan de kleinverbruikersaansluiting (je meterkast) is verbonden. Bij transport via wisselstroom gaat per 1000 km 10-15% van de energie verloren; bij gelijkstroomtransport is dat 4%. Bij transformatorstations uit het energieverlies zich in de vorm van warmte, magneetvelden en geluidsdruk (100Hz).

Zonne-energie en windenergie produceren gelijkstroom en worden in toenemende mate met gelijkstroomtransportleidingen verbonden aan het bestaande elektriciteitsnetwerk, waar de omvorming plaatsvindt naar wisselstroom. De moderne apparaten die we gebruiken zijn ook gelijkstroom, denk aan je mobiele telefoon of laptop. De adapters ofwel AC-DC omvormers laten met warmteverlies het energieverlies daarvan zien. 

Alle conversies bij elkaar opgeteld zorgen bij elektriciteitsopwekking voor een energieverlies van 65%.

Er zijn bijna 50 energiebedrijven die energie leveren in Nederland. De meeste energie wordt geleverd door de grote energieleveranciers die grotendeels in handen zijn of bestuurd worden door buitenlandse bedrijven. Ook bij kleinere zelfstandige energiebedrijven is de energie opwek minder groen dan ons lief is. Dat is dan weer het gevolg van de Europees afgesproken groencertificering en is dus schadelijk voor het natuurlijke ecosysteem.

Energiecentrales zijn feitelijk doorgeefluiken van energie. Het kan zijn dat de energie in de centrale zelf wordt opgewekt of de energie wordt via een centrale van een energieleverancier en vervolgens via het stroomnetwerk (in beheer bij netbeheerders = semi overheid) naar de gebruiker getransporteerd. Tijdens het transport over vaak lange afstanden vindt energieverlies plaats. Hoe langer de afstand die energie moet afleggen, hoe groter het energieverlies.

Daarom is stichting Het Kan Wel!, voorstander van lokale energiecoöperaties. Zij kunnen lokaal energie gelijkstroom opwekken en deze dichtbij afleveren bij aangesloten gebruikers. Dit bespaart veel energie die niet verloren gaat door conversie en transport. Stichting Het Kan Wel! wil ook samenwerken met lokale energiecoöperaties om te werken aan een of meerdere energiesystemen die daadwerkelijk toekomstbestendig zijn. Steun aan de lokale energiecoöperaties door de overheid is hiervoor van belang.

De verschillende overheden onder leiding van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (afgekort EZK), spreken over het duurzaam opwekken van energie.
Het gaat dan niet over het leveren van toekomstbestendige energie aan burgers en bedrijven en hoe en door wie dit wordt betaald.
In werkelijkheid krijgt de afnemer van elektriciteit slechts 35% geleverd van de energie die wordt opgewekt. De overige 65% van de energie wordt onderweg verloren door transport en conversie. Vooral de burger en het midden- en kleinbedrijf betalen de rekening, ook voor de energie die is opgewekt en verloren is gegaan.
Het is onverstandig te noemen in een tijd dat we zuinig moeten zijn met energie om deze centraal op te wekken en via centrales te distribueren. Het ministerie van EZK blijft echter beleid maken gebaseerd op energiecentrales, waardoor energie over grote afstanden moeten worden getransporteerd.

Olie

Olie wordt vooral gebruikt voor de energievoorziening in de mobiliteit: vrachtwagens, particulier personenvervoer, bussen, helikopters en vliegtuigen. Het opsporen, de productie,  transporteren en opslaan van geraffineerde olieproducten is ook zeer vervuilend voor de natuur en de gezondheid. Olie wordt verder gebruikt voor het laten draaien van generatoren op plaatsen waar geen of een slechte stroomaansluiting is.

Kolen

Kolencentrales zijn slecht voor de natuur en voor de mensenrechten. De verbranding van kolen voor het opwekken van energie zorgt voor de grootste hoeveelheid broeikasgassen en fijnstof, waaronder kwik. Ook het mijnen van de kolen is slecht voor de natuur en de gezondheid.

Aardgas

Hoewel aardgas bij verbranding minder koolstofdioxide (afgekort CO2) uitstoot dan kolen of olie, blijft het een zeer vervuilende brandstof. Niet alleen bij verbranding van aardgas komt CO2 vrij maar ook het opsporen, produceren, reinigen, transporteren, op druk brengen en opslaan van aardgas veroorzaakt CO2. Onverbrand aardgas dat in de atmosfeer komt vervuilt ook. Aardgasboringen leiden tot instabiliteit van de bodem wat aardbevingen tot gevolg heeft, met alle verschrikkelijke gevolgen voor de bewoners van een mijngebied voor aardgas. In Nederland is in Groningen hierdoor veel schade ontstaan.

Een groencertificaat is een bewijs dat een energieproducent krijgt voor stroom die is opgewekt met systemen die door de overheid hernieuwbaar of groen worden genoemd. Deze certificaten worden verhandeld door de leveranciers van de elektriciteit die stroom inkopen bij biomassacentrales, zonneparken en windparken.

Ook als je ervan uitgaat dat ‘groene stroom’ daadwerkelijk groen is (het gaat echter nog steeds om vervuilende opwek), klopt het niet. Feitelijk is het gewoon stroom uit het algemene stroomnetwerk die slechts voor een klein deel vanuit zon, wind en biomassa komt en niet te scheiden is van de ‘grijze’ stroom.

Die uitgifte van groene stroomcertificaten gebeurt in heel Europa. Het groencertificaat is een voorloper van de Garantie van Oorsprong, maar veel mensen gebruiken die twee termen door elkaar.

In Nederland is de organisatie CertiQ verantwoordelijk voor de uitgifte en het beheer van de GvO’s. CertiQ is dochter van TenneT, dat weer 100% dochter is van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).

Voor meer informatie over CertiQ, bezoek hun website: https://verticer.eu/nl/

 

De termen groene energie of hernieuwbare energie gebruikt stichting Het Kan Wel!, niet, omdat de woorden misleidend zijn. Alle energiebronnen die groen of hernieuwbaar worden genoemd moeten blijvend nieuwe energie opwekken en hebben blijvend grote hoeveelheden grondstoffen nodig.
Ze zijn dus niet hernieuwbaar en niet groen. Bovendien zorgt de centrale opwek van de energie nog steeds voor veel transport- en conversieverlies en is om die reden al niet groen te noemen.

Veel energiebedrijven en grootverbruikers van energie zoals bedrijven en datacenters claimen groene energie te leveren en te gebruiken. Dat is echter een boekhoudkundige truc die niets zegt over de schade die wordt aangericht aan het natuurlijke ecosysteem. Dat is vooral heel vervelend voor gewetensvolle burgers die extra betalen om gebruik te maken van ‘groene’ stroom.

Er is hier sprake van een ernstige vorm van gelegaliseerde greenwashing. (Greenwashing of groenwassen is het zich groener of maatschappelijk verantwoordelijker voordoen dan een bedrijf of organisatie daadwerkelijk is).

Als je bij energieleveranciers, bedrijven of datacenters leest dat ze ‘groene stroom’ leveren of gebruiken dan gaat het om administratief proces en een schadelijk verdienmodel. Het gaat hierbij om inkoop van wind- en zonne-energie of zelfs energie uit biomassaverbranding en/of -vergisting. Het is een ‘boekhoudkundig’ systeem dat ontworpen is door de Europese Unie en dus door de ministeries van de afzonderlijke lidstaten. Dit systeem heet ‘Groencertificaten’ of ‘Garanties van Oorsprong’, (afgekort GvO).

Stichting Het Kan Wel!, beoordeelt zelf of een energiebron en/of energiesysteem toekomstbestendig is en in de hele keten rekening houdt met de balans in het natuurlijke ecosysteem. Hieronder daarom een opsomming met onze kwalificaties.

We kunnen alleen toekomstbestendige energie ontwikkelen als dit niet langer via grote energiecentrales wordt geleverd door energie opweksystemen die niet geschikt zijn om schone baseload energie op te wekken, op te slaan en te distribueren zonder schadelijke processen en afval.

Kernenergie is afhankelijk van de grondstof uranium. Dat moet gewonnen, bewerkt en vervoerd worden. Ook dit brengt CO2 uitstoot met zich mee. Het meest gevaarlijke is het radioactieve afval dat ruim 200.000 jaar radioactief blijft. Ook het feit dat een kerncentrale bij sabotage of een natuurramp een extra gevaar oplevert vanwege de straling maakt deze vorm van energieopwekking gevaarlijk.
Om in 2040 aan de energievraag in Nederland te voldoen moet Nederland volgens onze berekeningen 18 grote kerncentrales bouwen. (Borssele is met 485 megawatt een kleine kerncentrale). De pretentie dat kernenergie op de korte termijn (en op tijd) een oplossing zou kunnen betekenen om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan en te kunnen voldoen aan de energiebehoefte is niet realistisch. Het kost minimaal 15 jaar om een paar kerncentrales in bedrijf te kunnen nemen. Realistischer is het om ruim 20 jaar hiervoor te rekenen.

De kosten voor de huidige beleidsplannen voor de energietransitie van het ministerie voor Klimaat en Energie (onderdeel ministerie van Economische Zaken en Klimaat) zijn extreem hoog. Inclusief de benodigde netverzwaring en subsidies komt onze voorzichtige schatting uit op 150 miljard euro voor een energietransitie die niet toekomstbestendig zal blijken te zijn. Hierbij is nog geen rekening gehouden met kosten die voortkomen uit schade aan de leefomgeving, de samenleving en economie.
In vergelijking: de kosten van het gehele Integraal Transitie Programma (dus veel meer dan het Energie Transitie Programma) zijn ca. 0,7 promille van het bedrag die de energieplannen van de overheid de burger gaan kosten.

Om geschikt te zijn als toekomstbestendig energie systeem moet een energie systeem permanent voorzien in de energiebehoefte, terwijl het niet leidt tot piekbelasting van het netwerk.
Dat is best ingewikkeld, omdat we gedurende een etmaal in verschillende situaties een grillig energieverbruik hebben. Bij de opwek van energie die voldoet aan de maximale behoefte zou op momenten dat er minder energie wordt gebruikt een piekbelasting op het netwerk ontstaan.

Bij wind- en zonne-energie zijn er pieken bij veel aanbod van wind en zon die hoger kunnen zijn dan de energievraag van het moment van opwek. Dat geeft onbalans in het stroomnetwerk, waardoor het overschot op transport moet worden gezet. De netwerken zijn hier echter niet voor ingericht en raken overbelast.

De door de rijksoverheid ontworpen energiemix, inclusief de Regionale Energie Strategieën, (afgekort RES), kost een vermogen aan netverzwaring, omdat de zogenaamd duurzame wind- en zonne-energie in de verste verte geen baseload energie kan opwekken en er pieken ontstaan in de aflevering aan het netwerk.
De schattingen voor de kosten van de netverzwaring liggen nu op 102 miljard euro. Wij verwachten dat dit een voorzichtige schatting is.
De burger betaalt al veel aan energie -ook de 65% elektriciteit die niet wordt geleverd-, maar bij het doorgaan van de bestaande plannen zullen de lasten nog verder stijgen.
De burger betaalt overigens via de energierekening èn ook nog via de belastingen voor plannen die gebaseerd zijn op de Klimaatakkoorden (geen wettelijke basis, geen controle door parlement).

Schone energie is energie die geen schade oplevert voor de natuur en de leefomgeving. Niet bij het gebruik van de grondstoffen voor de systemen en niet tijdens de opwek, opslag, distributie en het gebruik van de energie.
Baseload energie wordt opgewekt door systemen die 24 uur per dag stabiele energie opwekken en dus 24 uur per dag stabiele energie kunnen leveren. Met energie kunnen we warmte en stroom produceren. Het toekomstbestendig maken van onze energievoorziening hoort volgens ons dan ook topprioriteit te hebben.

Het is belangrijk om te beseffen dat ook de zonnepanelen op het dak, de zonneparken en windparken op land en op zee, de biomassaverbranding en -vergisting en kernenergie geen schone stabiele baseload energie opleveren. Het is niet voldoende, niet betaalbaar en niet toekomstbestendig.

We willen hier ook een wijdverbreid misverstand uit de wereld helpen. Waterstof is geen energiebron, maar een energiedrager. Waterstof moet eerst geproduceerd worden en dat kost veel energie. Waterstof is eigenlijk alleen echt nodig voor de industrie. Het zou vliegen in de toekomst een stuk schoner kunnen maken.
Waterstof kan auto’s veiliger maken en het gebruik van schadelijke batterijen in auto’s onnodig maken.
Groene waterstof bestaat nog niet, hiervoor moet het gehele productieproces van de waterstof groen zijn.

Windparken op land en op zee leveren veel schade op voor de natuur door grondstofgebruik, het fundament, het onderhoud, de aantasting van de leefomgeving van mens en dier. Bovendien levert een windturbine op land gemiddeld slechts 20% en op zee 35% baseload energie opwek op, waarna ook nog transport en conversieverlies zal optreden. Extra bezwarend zijn de enorme hoeveelheid ruimte die iedere windturbine inneemt (verlies natuur) en het feit dat bij vervanging van een windturbine, de nieuwe windturbine niet op hetzelfde fundament en op dezelfde plek kan en mag worden geplaatst. 

Het bodemleven onder en rond elke windturbine wordt verwoest. Het aantal windturbines dat nodig is om de industrie van waterstof te voorzien en de datacenters van elektriciteit te voorzien is zo groot dat dit feit op zich al gezien kan worden als de totale verwoesting van de Nederlandse leefomgeving, de Noordzee en het waddengebied. Er is zelfs onvoldoende Nederlands grondgebied op land èn op zee om aan de berekende energie opwek via windturbines te voldoen.

De directie van de Nederlandse Kustwacht waarschuwt al een tijdje voor de gevaren die de windturbines op zee kunnen opleveren voor de drukke scheepvaart. Er wordt echter niet geluisterd.

Het gebruik van windturbines zorgt net zoals zonne-energie voor piekbelastingen op het stroomnetwerk.
Windenergie is dus geen optie om de industrie en de datacenters van energieopslag en/of energie te voorzien. Dit terwijl de hele leefomgeving wordt opgeofferd en burgers nog steeds onterecht denken dat deze energie opwek voor hun huishoudens is bedoeld. Deze illusie wordt gewekt door de term ‘huishoudens equivalent’ als rekeneenheid in de communicatie naar de burger. De burger mag immers ook voor de kosten van dit ondeugdelijke plan opdraaien.

Het huidige energiesysteem is zo’n anderhalve eeuw oud. In het begin was er nog een strijd tussen gelijkstroom en wisselstroom. Wisselstroom heeft het gewonnen om redenen die toen logisch waren, maar nu niet meer zijn. Door de wisselstroom hebben we adapters nodig voor onze laptops en mobieltjes om de wisselstroom om te zetten naar gelijkstroom. In andere apparaten zit de adapter al ingebouwd (gangbare televisies, koelkasten etc.) Het energieverlies dat door de conversie van wisselstroom naar gelijkstroom ontstaat voel je als je adapter of apparaat warm wordt. Die warmteproductie op zich draagt natuurlijk ook niet bij aan een koelere aarde.
Het beste is het voor de aarde als we geleidelijk aan ons energiesysteem en producten zo efficiënt en zuinig mogelijk maken. Het vraagt om een omschakeling, maar wat ons betreft is de keuze eenvoudig.
We zullen echt wat moeite moeten gaan doen voor een toekomstbestendige wereld.

Zonnepanelen op het dak leveren in Nederland maar 10% van de benodigde energie op en alleen op het moment dat de zon schijnt. Daarnaast is er nog conversieverlies vanwege het omzetten van gelijkstroom naar wisselstroom. Op momenten dat er te veel energie wordt opgewekt wordt deze afgeleverd aan het stroomnet van de energiebeheerders, wat dan dient als batterij. Daar is het stroomnet niet geschikt voor en daardoor ontstaan energie infarcten. 

De grondstoffen die voor zonnepanelen worden gebruikt zijn schadelijk voor het natuurlijke ecosysteem. De opbrengst voor de Nederlandse economie is te verwaarlozen. De zonnepanelen worden geproduceerd in het buitenland. Zonnepanelen hebben een beperkte levensduur, dit betekent veel vervangingsschade voor de natuur.

Ook de zonneparken leveren maar in Nederland maar 10% baseload energie op. Hiervan komt uiteindelijk maar 35% bij de gebruiker aan vanwege transport en conversieverlies. (bron Energie Beheer Nederland, website www.ebn.nl).  Het stroomnetwerk is niet geschikt voor de opslag van de opgewekte energie. Daarom moet voor de opslag het netwerk verzwaard worden. Een kostbare aangelegenheid. Het plaatsen en vervangen van de zonneparken is een grote aanslag op de natuur door het in beslagnemen van zeer waardevolle groene ruimte en ruimte op zee. Er wordt op geen enkele manier rekening gehouden met de natuur. Alle overige nadelen van het gebruik van zonnepanelen gelden hier natuurlijk ook.

Ga naar de inhoud